Dag 4: Banff National Park
Vandaag gaan we verder het Banff National Park in. We starten vlakbij, bij de Vermilion Lakes. Het is er prachtig, maar we worden ook helemaal lek gestoken door de muskieten.
We besluiten eerst terug naar Banff te rijden om een hele grote bus anti-muskieten spray te kopen. Het spul stinkt behoorlijk maar we worden tenminste iets minder vaak gestoken. Later horen we overigens dat de overlast nog nooit zo groot is geweest als dit jaar, veroorzaakt door een hele natte zomer die ineens omsloeg in 30+ graden (toen wij aankwamen).
Na deze aankoop gaan we de Bow Valley Parkway rijden. En al snel met succes: er zit een zwarte beer op nog geen 25 meter van ons te eten.
Na enige tijd rijden we verder, om 200 meter verderop opnieuw een zwarte beer tegen te komen.
Daarna rijden we door naar een parkeerplaats om een korte wandeling te maken naar een mooie waterval. De eerste van de dag, maar er volgen er nog heel veel.
De Canadese Rocky Mountains zijn nog steeds spectaculair, dus we stoppen regelmatig om te kijken en foto’s te maken.
Als we de Bow Valley Parkway helemaal afgereden hebben rijden we eerst nog door naar Lake Louise, waar een prachtig meer met uitzicht op een gletcher ons op ligt te wachten.
Daarna rijden we terug naar Banff. Diana bestelt een salade, terwijl Jan een grote Prime Rib besteld met een extra groot biertje, lekker als het de hele dag boven de 30 graden is geweest.
Omdat Diana graag nog Bighorn Sheep wil zien gaan we na het eten nog een korte autorit doen naar Lake Minnewanka.
En we hebben geluk, want we zien een kleine kudde van deze bijzondere schapen.
Dag 5: Kootenay National Park, Yoho National Park
In Canada liggen vier nationale parken direct aan elkaar. We overnachten in Banff, gelegen in Banff National Park. Vandaag gaan we vandaar uit de parken Kootenay en Yoho bekijken.
Het wordt opnieuw een dag vol met watervallen en wild stromende rivieren.
De ideale plek voor onze picknick:
Dit wordt de Natural Bridge genoemd, gelegen in Yoho:
Het bekendste van Yoho National Park is Emerald Lake. Het is inderdaad een prachtig meer met een bijzondere kleur water. Alleen jammer van die busladingen Japanners waardoor het meer een kermis lijkt dan een plek in de natuur.
Gelukkig kunnen bussen niet bij onze volgende stop komen omdat daarvoor een flink stuk berg beklommen moet worden (met de auto) met diverse haarspeldbochten. In de verte zien we de Takakkaw Falls al wild vanaf de berg stromen.
Van dichtbij is het nog spectaculairder, maar vooral natter. Al gauw kunnen er geen foto’s meer gemaakt worden doordat het water bijna stroomt over het fototoestel en lens.
Als we terug zijn bij ons bed & breakfast komen we opnieuw hertjes tegen.
Hoe dicht je hier soms bij de wilde dieren kunt komen laat Diana even zien: